Compensatie voor jeugdzorgkosten wordt onterecht geframed als ‘extra geld’; structureel meer geld is nodig, maar niet de oplossing.

‘Een deel van de 1,3 miljard euro die gemeenten krijgen voor tekorten in de jeugdzorg, wordt uitgegeven aan andere dingen’ berichtte de NOS op 10 oktober 2021. Dit naar aanleiding van de toezegging van het kabinet dat gemeenten in 2022 incidenteel 1,3 miljard euro extra krijgen ter compensatie van de kosten van jeugdzorg. Aanleiding voor de toezegging was het oordeel van een arbitragecommissie over het conflict tussen het Rijk en gemeenten over de tekorten in de jeugdzorg. De commissie stelde dat er volgend jaar 1,9 miljard euro extra nodig is om tekorten in de jeugdzorg op te lossen, plus nog eens 1,6 miljard in 2023 en 2024 en verder aflopende bedragen tot en met 2028.

Uit rondgang van de NOS langs alle 352 gemeenten in Nederland bleek dat een deel dit geld ook gebruikt voor andere bestemming dan jeugdzorg. Hierop volgde een stroom van kritiek want: ’dit extra geld was toch bestemd voor de jeugdzorg!?’  Ook Hilversum ontving een incidentele compensatie van 6,1 miljoen euro voor 2022 vanuit het Rijk, waarvan 5 miljoen euro wordt gebruikt om eerdere tekorten, veroorzaakt door de stijgende lasten van de jeugdzorg in de afgelopen jaren, weg te werken. Dat het college van burgemeester en wethouders (B&W) deze keuze maakt, is voor de VVD-fractie volkomen begrijpelijk. Want waar in 2018 de oorspronkelijke begroting van de kosten voor de jeugdzorg nog 14,5 miljoen euro betrof, is het budget in 2022 inmiddels 23,3 miljoen euro. Oftewel een ophoging van 8,8 miljoen euro in de afgelopen vier jaar.

De voornaamste reden voor de stijging van het budget is de toename van het aantal jongeren in de jeugdzorg. In de Landelijke Jeugdmonitor 2021 die begin november is gepubliceerd en ziet op de situatie van jongeren in Nederland staat te lezen dat het aantal jongeren met jeugdhulp in Hilversum in 2020 met 0,4 procent is gestegen tot 9,1 procent. Er is geen één oorzaak aan te wijzen die de landelijke stijging van het gebruik aan jeugdzorg verklaart. Dat blijkt uit een analyse van CBS-gegevens door Divosa, de vereniging van gemeentelijke directeuren en leidinggevenden in het sociaal domein. De groei zit vooral in de lichtere categorie ‘jeugdhulp zonder verblijf’. In zwaardere zorgvormen zoals jeugdbescherming en reclassering is over het algemeen sprake van een lichte daling. Gemeenten zeggen vaak dat (vecht)scheidingen – en daarmee de groei van het aantal eenoudergezinnen – een belangrijke oorzaak zijn van de groei van het beroep op de jeugdzorg. Uit andere onderzoeken komt naar voren dat jeugdhulp toeneemt door maatschappelijke veranderingen en medicalisering, aldus Divosa. Ook de laagdrempelige gemeentelijke toegang speelt een rol.

In plaats van een incidentele toezegging van ‘extra geld’ is er volgens de VVD-fractie een dringende vraag naar structurele middelen om de problemen binnen de jeugdzorg aan te pakken. Het begrip ‘extra geld’ voor 2022 is daarom onjuist en daarmee een frame. Het impliceert dat er sprake is van ‘aanvullend geld’, maar dat is helemaal niet zo. Tot 2022 blijft de extra toezegging van geld voor de jeugdzorg een tijdelijk middel. De beurt is volgens staatssecretaris Blokhuis aan het nieuwe kabinet om beslissingen te maken over het bieden van structurele middelen.

Geld alleen is echter niet de oplossing voor de jeugdzorg. Dat ruim 9 procent van de Hilversumse jongeren een vorm van jeugdhulp ontvangen kan wat de VVD-fractie niet de bedoeling zijn. Het Rijk, gemeenten en de jeugdhulpaanbieders zullen samen hun verantwoordelijkheid moeten nemen voor de verbetering van de duurzaamheid, doelmatigheid en kwaliteit van de jeugdzorg voor nu en in de toekomst. Geldgebrek in de jeugdzorg is wat ons betreft slechts een symptoom van het probleem, maar niet de oorzaak.

Freek Reijmerink
Raadsfractie VVD Hilversum

Onze bijdrage over dit onderwerp bij de commissiebehandeling van de begroting 2022: