Woensdag 8 maart stond een motie van de VVD op de agenda, gesteund door BVNL en het CDA. Daarin werd het college gevraagd in gesprek te gaan met scholen over parkeerproblematiek van leerkrachten. Doordat we besloten hebben betaald parkeren uit te breiden naar alle wijken binnen de buitenring, komen sommige scholen in de problemen.
Scholen kunnen namelijk niet zelf kiezen waar ze zitten; daar gaat de gemeente over. Het is bekend dat er nogal schaarste is op de onderwijs-arbeidsmarkt. Ook is wonen in Hilversum voor leerkrachten vaak buiten bereik. Het is dus niet verwonderlijk dat veel leerkrachten van buiten Hilversum komen. Velen van hen komen met het OV, maar er zijn ook leerkrachten die niet in de omstandigheid zijn om dat te doen en die dus met de auto naar Hilversum toe komen.
Omdat we als gemeente steeds meer betaald parkeren invoeren, komen de scholen die geen eigen parkeerterrein hebben hierdoor in de problemen. De VVD heeft deze motie ingediend om het college te vragen in gesprek te gaan met die scholen om te kijken of een maatwerkoplossing te bedenken is. Het college bij monde van wethouder Heller gaf aan zeker met deze opdracht op pad te kunnen. Ook had de wethouder reeds uitgezocht hoe dat in andere gemeenten gaat en had hij duidelijk zicht op enkele slimme oplossingen.
Wat schetst de verbazing? Veel partijen steunden deze motie niet, waardoor er geen meerderheid was. D66, GroenLinks, Hart voor Hilversum (op 1 na), Democraten Hilversum, en ChristenUnie stemden tegen deze motie. Op zich is dat natuurlijk prima, hoewel onze fractie wel de indruk kreeg dat die tegenstem vooral gemotiveerd was door nogal diepgewortelde anti-autogevoelens of in ieder geval niet door een zorgvuldige, genuanceerde afweging van het voorliggende probleem. En dat ondanks dat de wethouder – desgevraagd – bevestigde dat de oplossing niet per definitie gezocht hoeft te worden in parkeer-oplossingen, maar: “dat is dan ook een breder gesprek over mobiliteit en naar-het-werk-komen” aldus de wethouder. En dat was het belangrijkste punt van D66 en CU, maar toch stemden ze tegen.
Helaas kan je auto’s niet weg-wensdenken; zo werkt het niet. In het hier-en-nu is de auto het belangrijkste vervoersmiddel, en als je de kans om met de auto naar het werk te komen weghaalt voor leraren, kiezen ze voor een ander dorp waar je wèl welkom bent met de auto. Daarnaast willen we natuurlijk voorkomen dat scholen hun schoolplein gaan gebruiken om te parkeren, of onderwijsbudgetten gaan gebruiken om parkeerkosten voor leraren te vergoeden. Toch waren die argumenten blijkbaar niet genoeg om voor een motie waar het woord “parkeren” in voorkwam te stemmen.
Wat nog opvallender was: de motie was twee weken voor de vergadering al doorgestuurd aan alle fracties met het verzoek te reageren en in gesprek te gaan. De enige fracties die in overleg zijn gegaan zijn de PvdA, Joop Lahaise, en CU, Bas Nanninga. De PvdA had een verzoek over wat toen nog een conceptmotie was. Op hun verzoek hebben wij wat (terechte) punten aangepast en de PvdA heeft dan ook voor onze motie gestemd. Geen enkele andere partij die tegen de motie heeft gestemd heeft van te voren contact gezocht om te overleggen of om verduidelijking te vragen.
Het moet gezegd: een andere VVD motie, eveneens vreemd aan de orde van de dag, over leges voor vergunningen voor duurzaamheidsmaatregelen haalde het met algemene stemmen. Ook over die motie had niemand contact gezocht, maar daar was iedereen het dan ook blijkbaar helemaal mee eens.
Dat nagenoeg geen van de tegenstemmers bij de motie voor leerkrachten de moeite wilde nemen om het gesprek aan te gaan is echt jammer en doet het vermoeden rijzen dat partijen liever stokpaardjes berijden dan oplossingen bedenken. En de Hilversumse scholen, en daarmee de inwoners, zijn hiervan toch een beetje de dupe. Gemiste kans!
Hidde Fennema
Fractie VVD