De inzet van camera’s in woonwijken om de veiligheid te vergroten raakt een oud dilemma: in hoeverre mag de overheid inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van bewoners?

Bij de inzet van camera’s in woonwijken is het de lokale overheid die inbreuk maakt op de privacy. Dat vraagt iedere keer om een uiterst zorgvuldige afweging. De inzet van camera’s mag daarom nooit los gezien worden van andere maatregelen om de veiligheid in een woonwijk te vergroten.

Wat echter in dit tijdsgewricht steeds minder past is de louter principiële opstelling dat camera’s omwille van de privacy niet in woonwijken ingezet mogen worden. Dat principe raakt steeds meer gedateerd, getuige de inzet van een camera op het Ooievaarplein. Na een door de VVD en GroenLinks georganiseerd werkbezoek aan het plein, werd op verzoek van de bewoners een camera ingezet. Dat resulteerde in de eerste rustige zomer en jaarwisseling op het Ooievaarplein sinds 2008.

De raad besloot onlangs dat de camera er nog tot 1 april mag blijven hangen. De bewoners van het Ooievaarplein zijn daarover verheugd en pleitten recent in de commissie Economie en Bestuur voor verlenging na 1 april.

En dat laatste is politiek gezien een interessant gegeven. Het college heeft de ambitie om de wijken steeds meer te betrekken en eigen verantwoordelijkheid te geven waar het de leefbaarheid en veiligheid betreft. Bewoners krijgen meer zeggenschap en inspraak. Vooruitlopend op die situatie laten de bewoners van het Ooievaarplein zien dat zij bereid zijn om iets van hun privacy in te inleveren voor een veilige en leefbare wijk. Het vasthouden aan oude principes rond de inzet van camera’s in woonwijken lijkt in het licht van die bereidheid een onnodig moraliserende inmenging.

Dat betekent niet dat wij nu over moeten gaan tot een ongebreidelde uitbreiding van camera’s in woonwijken maar vraagt wel om het herijken van uitgangspunten en het stellen van heldere inzetcriteria. Te beginnen bij de bereidheid van de bewoners om iets van hun privacy in te leveren voor rust en veiligheid.

Daarover gaan wij de komende periode graag het debat aan, in het belang van de bewoners.

Ruud Verkuijlen