Vorige maand had ik het grote voorrecht een reis naar Japan te maken, een prachtig en in vele opzichten fascinerend land. Ik heb me bijzonder verbaasd over de enorme efficiency van de Japanners (de Shinkansen, de Japanse hogesnelheidstrein, heeft een gemiddelde vertraging per jaar van nog geen minuut, inclusief vertragingen door sneeuw en aardbevingen!), maar ook over de wijze waarop de bevolking in staat is het moderne leven te combineren met oude Boeddhistische en Shintoïstische gebruiken.

Het meest heb ik me echter verwonderd over de enorme beleefdheid en wellevendheid in de Japanse samenleving. Japanners zijn namelijk buitengewoon beleefd naar anderen. Heel veel handelingen in het dagelijks leven die wij als vanzelfsprekend beschouwen, gaan in Japan vergezeld van een buiging, vaak in combinatie met enkele beleefdheidsfrasen. Iets betalen? Het geld overhandig je met twee handen en zo krijg je ook je wisselgeld. De weg gevraagd? Even buigen bij het bedanken. Het lijkt misschien allemaal wat obligaat, maar je staat wel even stil bij het feit dat iemand je geholpen heeft, wat niet altijd een vanzelfsprekendheid is. Op oudejaarsavond in Tokio kwam deze wellevendheid helemaal treffend naar voren. Als miljoenen mensen samen in één wijk feestvieren, onder het genot van de nodige drank, zijn botsingen en struikelpartijen onvermijdelijk. Maar leidde dit tot agressie en gescheld? Integendeel. Een lach, een buiging en weer vrolijk verder feesten.

Ook op andere gebieden is Japan uniek in wellevendheid. Op straat kom je nauwelijks prullenbakken tegen… en er ligt nergens afval. Rotzooi neem je gewoon mee naar huis en gooi je daar weg. De normaalste zaak in Japan, maar voor veel Nederlanders ogenschijnlijk veel minder logisch. Want hoewel ik me echt wel realiseer dat tijdens een korte reis in een nieuw land de neiging vaak groot is de deugden van aldaar te idealiseren en de schaduwzijden niet te zien, was het contrast met Nederland toch wel enorm en best pijnlijk. Ondanks de overvloedige prullenbakken ligt overal rotzooi op straat (om nog maar te zwijgen van de berg afval na afloop van die zelfde oudejaarsavond). Zelfs lokale politici, die naar mijn bescheiden mening een joekel van een voorbeeldfunctie hebben, gooien soms achteloos hun sigarettenpeuken op straat. En de omgangsvormen? Als er op koningsdag vijftig arrestaties zijn geweest in Amsterdam, koppen de kranten doodleuk dat de dag “rustig is verlopen”.  Of het nou om drank, voetbal, oud en nieuw, of picknicken in het Vondelpark gaat, al deze triviale zaken halen allemaal allerminst het fraaiste in Nederland naar boven.

Dit is echt geen pleidooi om voortaan altijd naar elkaar te buigen. Maar als je genoten hebt van een Whopper of sigaret, is het dan echt zo moeilijk de verpakking of sigarettenpeuk in de prullenbak te gooien in plaats van op straat? Probeer het, zou ik zeggen en ontdek dat het best meevalt. Bovendien best relaxed voor die kleuter die de volgende ochtend over dezelfde straat kruipt… En als iemand in een drukke mensenmassa tegen je aan loopt, kan dat ontegenzeggelijk vervelend zijn, helemaal eens. Maar je hoeft niet meteen die persoon te dreigen “op zijn bek te rammen”. Hij deed het namelijk waarschijnlijk niet expres. Dus beheers je even. Denk twee tellen langer na. En glimlach dan vriendelijk. De kans is groot dat je zojuist de dag van twee personen wat aangenamer hebt gemaakt.

Arno